Trektelpost Graaf Visart (Brugge)


Laatste telling

 

webcam markt brugge

Webcam Markt Brugge op 1000 meter van de telpost
(klik op afbeelding)

 

Soorten en dagrecords (2007-2014)

Totalen 2014
Totalen 2013

Totalen 2012
Totalen 2011
Totalen 2010
Totalen 2009
Totalen 2008
Totalen 2007

 

Visarend met schoorsteen (1 mei 2007) en roze pelikaan (20 oktober 2009)

 

Een zuil van buizerds (18 oktober 2009)
Roze pelikaan met geheim (20 oktober 2009)
Turdus Day: krammen in actie (27 oktober 2009)
Herfsttrek 2007: pimpelgekte en kramsvogelweelde


Veel vogels zijn doorgewinterde, intercontinentale reizigers en vandaar kan het lonen om in de herfst of de lente vanuit een vast punt, staand of zittend op de luie krent, de hemel naar trekvogels af te speuren. Migrerende vogels duiken eender waar op, maar op sommige plaatsen is de trefkans groter. Locaties met een weids blikveld garanderen uiteraard betere waarnemingskansen dan besloten uitkijkplaatsen. De plekken met de meeste vogels liggen op uiteinden in het landschap waar de trekvogels als in een fuik samenstromen. Gibraltar, Falsterbo (zie www.skof.se/fbo) of Eilat zijn ronkende namen, maar ook Cap Gris-Nez in oktober (nogal wat Europese spreeuwen steken voor de winter door naar ZW-Engeland) of het Zeeuwse Breskens (voorjaar) kennen een ferme toestroom van doortrekkers. Zelfs in rivierdalen of bergpassen vliegen trekvogels te hoop. Andere goede trekvogellocaties zijn kustlijnen waar soorten die het ruime sop vrezen als in een file verder vliegen, waardoor zoals in België en Nederland ‘stuwtrek’ boven de NO-ZW georiënteerde zeeduinen ontstaat. De hoeveelheid vogels die men ziet kan ook van het trekpatroon van de soorten zelf afhangen. Kraanvogels en houtduiven uit Scandinavië volgen in de Lage Landen een oostelijke trekbaan waardoor hun bulkaantallen nooit langs de kust maar wél in beide Limburgen opduiken.

De jongste jaren begeestert het tellen van trekvogels, het ‘trektellen’, steeds meer vogelaars. Overal in de Lage Landen ontstonden trektelposten, vaste standplaatsen waar nauwgezet wordt genotuleerd welke aantallen en soorten vogels er passeren. De meeste posten liggen in het open veld en garanderen zich van een zo panoramisch mogelijk uitzicht.

Sinds het opstarten van de website www.trektellen.nl, een initiatief van Jethro Waanders en Gerard Troost, verschijnen in de herfst en de lente alle telresultaten dagvers op deze site. Liefhebbers en geïnteresseerden kunnen zo op de voet volgen hoe de vogelmigratie opschiet of afzwakt. Er zijn intussen tientallen telposten in Nederland en Vlaanderen waarvan sommige tijdens het trekseizoen bijna dagelijks bemand zijn. Daardoor is de kennis van de voorjaars- en najaarsmigratie op korte tijd fors breder en gedetailleerder geworden. Bovendien worden alle trekaantekeningen nu op een gestandaardiseerde wijze opgeslagen en voor de toekomst bewaard.

Het is geleden van oktober 1978 dat wij dag aan dag de passage van de trekvogels noteerden. Dat gebeurde op een open plek in het Tillegembos, een domeinbos van de provincie West-Vlaanderen ten zuidwesten van Brugge. Recent bracht de trekroep ons weer in bekoring. Oktober 2006 draaiden we een paar weken mee in de routine van trektelpost de Fonteintjes (F op de luchtfoto) gelegen op de smalle duinengordel van het natuurreservaat de Fonteintjes tussen de haven van Zeebrugge en de badstad Blankenberge. Op het duin heeft men een fraai vergezicht tot diep in zee en ver in de polder. Land- en zeevogels, men slaat er altijd twee vliegen in een slag. Het is zo’n typische plek waar bij momenten heerlijke stuwtrek van bijvoorbeeld spreeuwen en vinken optreedt, en waar tijdens superdagen in mei de zwaluwen bijna tussen je benen schieten.  

Om het netwerk aan trektelposten verder uit te breiden leek het ons boeiend om uit te vissen of er tussen de vogeltrek langs de Fonteintjes (de Vlaamse kustlijn) en dieper landinwaarts opmerkelijke verschillen bestonden. Na een zoektocht naar een geschikte locatie doorheen de streek belandden we gewoon op… zolder. Trektelpost Graaf Visart (V op de luchtfoto) was geboren. Meteen maakte deze stadstelpost ook mogelijk om na te gaan in welke mate water- of bosvogels tijdens hun trektochten over stedelijk gebied vlogen. Mijden leeuweriken de dichte bebouwing van een stad? Vliegen lijsters er in een boog omheen of klimmen ze tijdens het overvliegen uit ongemak alleen een stukje hoger? Voor hetzelfde geld maakte deze al bij al bescheiden provinciestad geen indruk op ze en scheerden ze vrolijk over de daken. Wij hopen er u ooit iets zinnigs over te kunnen vertellen.

Tot op heden is in België één stadstelpost actief, en wel op een bijzondere locatie: de toren van het Brusselse stadhuis. Maurice Segers kijkt er sinds 2001 op geregelde tijdstippen van op zijn 61 meter hoge arendsnest naar de vogelmanoeuvres boven de Brusselse agglomeratie. Zijn blikveld reikt met gemak 5 en meer kilometer naar het oosten of het westen. De detailgegevens van zijn speurwerk zijn te vinden op www.trektellen.nl (zoek onder de rubriek België naar ‘Grote Markt Brussel’). Segers vermoedt dat onder meer de kievit tot de soorten behoort die liefst omheen een grote metropool vliegen (Brussel telt ongeveer 1 miljoen inwoners, Brugge tien keer minder). Toen op een topdag als 28 oktober 2004 duizenden kieviten over het land trokken zag hij vanaf de stadhuistoren dat een paar duizend kieviten enkel langs de oostrand de horde van Brussel namen.     

Telpost Graaf Visart ligt 14 meter boven de begane grond en situeert zich op ongeveer 1000 meter van de Brugse Markt, het centrale plein van de binnenstad. De observaties gebeuren door drie dakramen die op het oosten en het westen uitgeven. De oostzijde kijkt, als vanuit een ballonmand, in de boomkruinen van het circa honderd jaar oude Graaf Visartpark (de politicus Amedée Visart de Bocarmé (1835-1924) was 49 jaar (!) burgemeester van Brugge), de westzijde biedt een vergezicht van ruim twee kilometer richting polder. Het panorama bestaat uit het dakenspel van een woonwijk die gedurende de twintigste eeuw is volgebouwd.

In een straal van een paar honderd meter rond de telpost liggen een onbevaren kanaalarm (waar futen en aalscholvers verse vis vangen) met struweelrijke oevers, een oud sascomplex, een groene singel (deel van de ‘vesten’), wat tuinen en een platanendreef. De combinatie van oud geboomte en stille stadswateren maakt dat er rond Graaf Visart dagelijks zowel aalscholvers als spechten of boomkruipers zijn te zien of te horen. De woningen van de buurt zijn gekraakt door een stevige kauwenkolonie.

De telpost situeert zich plusminus op de geografische grens tussen de zandstreek en de in polders omgezette kustvlakte. Zo ligt in de polder op 2,5 à 3 kilometer NNW van de post een vaste pleisterplek voor overwinterende kleine rietganzen uit Spitsbergen. In de zandstreek op dezelfde afstand zien we nog net een oud landgoed met kasteelbos waar buizerds broeden en houtduiven een slaapplaats onderhouden. Op twee kilometer ten westen van de post vertrekt het tracé van een kronkelig maar bevaarbaar kanaal richting Oostende en bepalen een ziekenhuis en een elektriciteitscentrale met vertrekkende hoogspanningsleidingen de horizon.

Graaf Visart ligt op 13,4  kilometer van de Noordzee (en de telpost Fonteintjes bij Zeebrugge, zie luchtfoto en kaart hierboven) en op 32 kilometer van de Westerschelde (met telpost Breskens). Het zeekanaal tussen Brugge en Zeebrugge dat centraal op de luchtfoto is te zien geeft als kompasnaald redelijk nauwkeurig aan in welke richting het noorden (bovenaan) is gesitueerd. Vogels die de streek op een hoogte van 80 of 100 meter overvliegen zien bij helder weer met gemak zowel de Noordzee, de Scheldemonding als de bosrijkere plaatsen in het landschap.

De eerste tellingen op Graaf Visart vonden plaats eind oktober, begin november 2006. Op 27 oktober totaliseerden we in 5 uur en 20 minuten bijna 1100 vogels. Meest vinken (289) en spreeuwen (229), naast 170 kleine zangvogels die we niet op naam konden brengen wegens te ver van ons vandaan of geen roepgeluidjes gehoord. De tweede telling, op 30 oktober, werd een marathon van 8 uur, goed voor in totaal 3863 trekvogels, waaronder 978 vinken, 659 koperwieken, 545 spreeuwen en 563 veldleeuweriken. De vierde telling op 2 november 2006 klokte af op bijna 8000 vogels, waaronder 5018 kramsvogels. Geen enkele andere telpost in de Lage Landen noteerde die dag meer van deze treklustige lijsters. Graaf Visart was in zijn examen geslaagd, zeker toen in de daarop volgende dagen nogmaals duizenden trekvogels konden genoteerd en op 9 november 2006 weer bijna 4000 ‘Scandinavische’ kramsvogels aan de post voorbij kwamen.

Voorjaar 2007 deden we extra ‘tests’ want het is geen overbodigheid om op een telpost goed te leren welke vogels tot de plaatselijke blijvers of tot de overtuigde trekkers behoren, en welke vluchten verband houden met een of andere vogelslaapplaats in de streek. Daarom is besloten geen meeuwen (gerichte trek en slaapvluchten amper uit elkaar te houden), wilde eenden of Turkse tortels (te veel lokaal vliegverkeer naar een voederplaats een halve kilometer verderop) op te schrijven, tenzij het vermoeden van zuivere trek huizenhoog is.  

Tijdens de lente van 2007 zagen we de doortocht van heel onverwachte gasten, waaronder een velduil op 28 maart en een blauwe kiekendief en 7 lepelaars op 5 april. Op 1 mei 2007 speurden we van zonsopgang tot zonsondergang (ruim 14 uur) het hemelgewelf af en kregen als tegenprestatie visite van een visarend (zie openingsbeeld boven; kwam om 14u57 zéér laag over en vervolgde zijn route over de stad, vermoedelijk richting Finland), twee ooievaars

Ooievaars boven Graaf Visart (1 mei 2007)

(zie illustratie boven; maakten een ommetje boven de telpost en de binnenstad), 2 kleine zilverreigers, regenwulpen, bonte strandlopers, oeverlopers, slecht- en boomvalk, 209 gierzwaluwen, zomertortel en een mannetje beflijster. Het lijkt op een lijstje uit een gediplomeerd ‘natuurgebied’ maar al deze vogels trokken die dag over de hoofden van duizenden nietsvermoedende stadsmensen. Wie van trekvogels geniet laat zich ongerept verbazen, reist zonder te reizen.

Toch is vogeltrek bestuderen vanaf een zolder aan beperkingen onderhevig, ook al zet men de dakvensters wagenwijd open. Stellig worden veel vogels die pal overkomen gemist. Zowel de zijmuren, het dak als de schoorstenen (zie illustratie boven met visarend) vormen stevige hinderpalen. Sommige twijfelgevallen kunnen voor een zekere determinatie niet lang genoeg worden bekeken. Voorts is het lastiger om roepgeluidjes op te vangen, zeker wanneer in de stad het spitsverkeer op volle toeren draait. Voordelen van een zoldertelpost zijn dan weer de vlotte bereikbaarheid (er kan snel op gunstige weersontwikkelingen worden geanticipeerd) en de meer comfortabele beschutting tegen gure wind of regenachtig weer.

Sinds eind september 2007 worden de totaalcijfers en indrukken van Graaf Visart op www.trektellen.nl ingevoerd. Daar kunnen ze door iedereen, als een openbaar trekteldagboek, vrijelijk en vers van de pers worden gelezen en beoordeeld.  

 

naar boven

home site Jan Desmet