Na ‘Stadsvogels’ uit 1992 had ‘Dieren in het nauw’ het over inheemse dieren die door het woelwerk van de mens in de verdrukking zaten: “Kortom, na de succesverhalen, de brokjes verdriet van de hedendaagse fauna.”

Passeerden de revue:  wolf, das, otter, gewone zeehond, grote hoefijzerneus (een vleermuis), roerdomp, ooievaar, grauwe kiekendief, slechtvalk, korhoen, grote karekiet, ortolaan, zalm, boomkikker (foto cover) en gentiaanblauwtje (dagvlindertje).

‘Dieren in het nauw’ rolde midden augustus 1994 van de pers en luidde in het Frans ‘Animaux en sursis’.

Van deze titel zouden in België 45.000 stuks worden verkocht. Een aantal soorten uit het boek, zoals de slechtvalk, de ooievaar en de gewone zeehond, verging het tien jaar na publicatie beduidend beter. De wolf, uitgeroeid in de Lage Landen, maakte opnieuw vorderingen in Frankrijk en het noordoosten van Duitsland maar de otter, het korhoen en de ortolaan (alledrie uit Vlaanderen verdwenen) kregen het in heel West-Europa uitermate benauwd. Ook de grote karekiet, de roerdomp, de boomkikker en het gentiaanblauwtje bleven op Belgische bodem aan de sukkel. Aan een retour van de zalm werd onverlet gewerkt.

naar boven

home site Jan Desmet