Over Gaia

Wakker Dier (NL), PeTA (VS), Vier Pfoten (Oostenrijk), het waren maar enkele van de vele verenigingen die eind twintigste eeuw in de westerse wereld ontstonden en het activisme voor ‘dierenrechten’ in hun vaandel schreven.

Ook België kreeg een organisatie die slagvaardig en mediabewust voor dierenrechten opkwam: Gaia ofte wel Global Action in the Interest of Animals. Aan het roer sinds 1992 staan de stichters Michel Vandenbosch (voorzitter, beleids- en campagnedirecteur) en Ann De Greef (secretaris, algemeen directeur).

Gaia en zijn voorzitter kregen op korte tijd landelijke bekendheid en waren bij wijlen niet uit het nieuws te branden. Voor de enen was Vandenbosch de witte ridder die onverschrokken het geringste dierenleed aan de kaak durfde te stellen, voor anderen was hij een betweter en mediageile bemoeial, de baarlijke duivel die hun bedrijf en inkomen bedreigde. Tussen deze uitersten staat een grote groep burgers die vinden dat dierenrechtenorganisaties à la Gaia heel legitiem afkeurende standpunten innemen als het gaat om gesol of industriële uitbuiting van dieren. De massieve sneltreinfok van tot het fysieke uiterste ‘veredeld’ (vlees)vee in de bio-industrie - die goed en wel pas na 1960 doorbrak -,  knaagt bij velen aan het geweten, ook al gaan zij hun carnivore eetgewoontes daarvoor niet bijstellen. Organisaties voor dierenwelzijn spelen dus een niet te veronachtzamen rol in het aanporren van de wetgevende overheden om de veesector tot meer ethische fokmethodes aan te zetten.

In het Europa van de EU - dat inzake dierenwelzijn in de spits loopt (China heeft niet eens een simpele wet op de dierenbescherming!) - worden steeds strengere richtlijnen uitgevaardigd, waardoor bijvoorbeeld kistkalveren en in boxen gekluisterde fokzeugen niet meer zullen mogen en batterijkippen meer bewegingsruimte gaan krijgen.   

Zelf heb ik Gaia - ik behoorde tot de allereerste leden - altijd van op kritische afstand gevolgd. België had nood aan een dierenvereniging die zich uit de katten- en hondenlucht bevrijdde.

Dat betekent niet dat Gaia het warm water uitvond. Vandenbosch importeerde zijn handboek voor dierenactivisme uit Amerika waar hij november 1991 voor een ontmoeting met geestesgenoten naar toe trok; uitgerekend op het moment dat Brussel een van de grootste klassieke betogingen van dierenbeschermers (tegen het gebruik van proefdieren voor cosmetica) door zijn straten zag trekken.

Bovendien hielden Belgische dierenbeschermers (ze verenigden zich voor het eerst in 1863), zich altijd met méér dan katten en honden bezig. Al een eeuw en meer geleden controleerden ze veemarkten, gaven ze kritiek op slachthuizen en afgejakkerde koetspaarden. De langste straatpaardenkoers van het land - van Brussel naar Oostende! - oogstte in 1902 als ‘une boucherie inutile’ tot in de media een golf van protest (afgebeelde prentkaart links). De legerleiding zag zich verplicht een dik rapport samen te stellen (illustratie rechts, cover),

maar haar paardenkoers kreeg geen herkansing. Protestbrieven en -kaarten tegen foie gras, het mishandelen van palingen, het eten van kikkerbillen of het laten vechten van hanen - ‘La honte de la Belgique ’- dateren van lang vóór Wereldoorlog Eén.

Met de jaren versplinterde het aanbod van dierenbeschermingsverenigingen, traden ze op in verspreide slagorde en kwam de spil van de grootste verenigingen rond honden- en kattenopvang te liggen. Gaia had van meet af aan (inter)nationale aspiraties maar doordat zij zowat het hele debat rond dierenethiek in België wist te monopoliseren, en deze sociale beweging van intussen ‘20.000 aangesloten leden en supporters’ op een zeer centralistische en autocratische wijze wordt geleid, blijft het gepast om het Belgische dierenactivisme nuchter gade te slaan. Al was het maar om te beklemtonen dat er ook voor regio’s als Vlaanderen heus nog originele pistes zijn te bedenken waarin plattelandstoerisme, veeteelt, dierenwelzijn én natuurbehoud meer eendracht kunnen bereiken. Daar bestaan goede voorbeelden van (zie verder) maar Gaia is niet het soort organisatie om dergelijke initiatieven krediet te gunnen.

Gaia liet dikwijls mijn tenen krullen, ook al heb ik hun educatieve drijfkracht altijd hoog ingeschat. Het is noodzakelijk dat het brede publiek met de ‘inconvenient truth’ van allerlei open of verdoken praktijken met dieren (foie grasproductie, varkensteelt, vleeskippen,…) wordt geconfronteerd.

Niet mijn stijl waren de hitsigheid van verschillende Gaia acties, net zo min als de gebrekkige ecologische inzichten die dikwijls onder het activisme voor dierenrechten schuilgaan.

Voorts acht ik een aantal Gaia standpunten op het huidige tijdstip - in termen van strategie, zoals: is vegetarisme het ultieme én haalbare einddoel? -  veel te principieel, wat niet verbazen mag van een organisatie waarvan de hele top vegetariër of veganist is. Het waren allemaal gedachten die ertoe bijdroegen om van een recensie van ‘De dierencrisis’ een open brief te maken en van de weeromstuit weer in de commentaarschrijverij te belanden…


naar boven


Open brief aan Michel V.

 1985 was voor ons beiden een plechtig jaar. Ik hield in Beringen (en Grazen, zie foto) een satirische éénmansbetoging opdat de melkkoeien mooiere oorbellen zouden krijgen. Het paste in mijn naturaliënkabaret ‘Over Belgische en andere Onbestaande beesten’ (zie Boeken). In die tijd hingen koeien al vol plastic oormerken, gele ondingen die mij noopten op te komen voor een artistieker oor-ornament. De zaal keek zich onnozel en later wist ik

waarom: het discours waarvoor Gaia zou staan woedde reeds buiten België (het dierenbevrijdingsboek van Peter Singer verscheen in 1975) maar was in tegenstelling tot Nederland nog niet tot de Vlaamse huiskamers doorgedrongen.

Lang wachten hoefde niet meer: u zat met een ei. In datzelfde 1985 kreeg u van Boudewijn I een doelwit cadeau: chimpansees-zonder-papieren in het vrachtruim van zijn vliegtuig. De Morgen en Knack hingen het aan de klok en meteen daarna stond u onder het vaandel van de International Primate Protection League (www.ippl.org) in de krant. De gardist van het Belgische dierenwelzijn was opgestaan: u, de VDB van de anti-slagersbond.

De dag van onze eerste grondige ontmoeting, 14 december 1991, had ik ’s voormiddags grootvader Gerard (85) begraven. Gerard had gejaagd en gevist en met de hondenkar gereden. Samen kruiden we garnalen in de branding, bakten paling, drilden pieren en voerden, net als uw grootvader, een hok vol vleeskonijnen. Onder Gerard zijn bewind won ik brons op het Belgisch kampioenschap zeewerphengelen voor junioren. Met Gerard verdwenen een taai buitenmens én een overtuigingswereld over wat de mens met dieren mag en kan. Paar uur na zijn uitvaart belde u aan met Ann De Greef. Even zorgde de taart voor kortsluiting. Ja, er zaten eieren in, zij het van de kippen in de tuin, waarna het baksel jullie lakmoesproef doorstond. Toen u en Ann rond halftwee ’s nachts het pand verlieten, was ik gespannen. Gaia stond in de steigers - ik woonde op 10 juni 1992 de persvoorstelling te Brussel bij - en ik voorvoelde dat jullie radicaliteit nutteloos velen in de gordijnen ging jagen. Bovendien had Vlaanderen geen vereniging voor Dierenbescherming zoals dat in Nederland wél (met 192.000 leden) het geval was. En dus kreeg de Belgische diergaarde met Gaia een zweeppartij zonder dat er een brede, landelijk opererende dierenorganisatie naast stond. Het schokeffect was navenant.

U koos subiet voor “de strijd”. De eerste actie onder het motto “vandaag geen bloedbad in Aalst” was de bezetting van een kippenslachterij. Uw trein was vertrokken, de media aan boord. Velen vonden uw acties moedig en sympathiek, maar er zijn onnodige risico’s genomen, van klappen zonder erg, tot steekwapens die nipt door uw militanten werden vermeden. Onderweg brak een rijkswachter zijn heup en werd een incognito filmer net niet doodgeslagen. Voor mij geen Al-Gaia-strijders (sorry, ik kon de flauwe woordspeling niet laten) die zich offeren op het altaar van hun ideaal. Wie kent nog suffragette Emily Davison (wierp zich in 1913 onder een koninklijk renpaard) of  Jill Phipps die in 1994 werd overreden tijdens een rumoerige betoging contra dierentransporten? Of Carlo Giuliani, de anders-globalist die tijdens de G8-top van Genua juli 2001 een kogel ving. De dood van deze mensen liet nog het meest sporen na bij hun verwanten (zag u op tv de beklijvende documentaire over de moeder van Carlo?). Bracht het hun ideaal een millimeter dichter?

Dat u in 1998 te Anderlecht zelf in elkaar bent geschopt is spijtig maar dat had u voor meer dan de helft aan uw eigen temperament te danken. U was te gretig en sleepte anderen daar in mee. Voor het Gaia-meisje dat februari 1998 in Geraardsbergen na een sit-in met de ziekenwagen diende afgevoerd, had u een simpele uitleg: schuld van de politie. De “wrede folklore” van het ritueel drinken van levende visjes in Geraardsbergen was volgens het mediastuntwerk van Gaia jarenlang zowat het meest “barbaarse” wat mensen met vissen uitvraten. Intussen plunderden fabrieksschepen de vispopulaties in de oceanen leeg (wereldwijd wordt jaarlijks 80 à 100 miljoen ton (!) zeevis gevangen, goed voor de dood van miljarden individuele vissen), wat en plus op de verdrinking door bijvangst van honderdduizenden zeezoogdieren, albatrossen en pijlstormvogels kwam te staan.

In de Noordzee kost de vangst van 450 gram schol tot vandaag de dood aan 7 kilo ‘niet commerciële’ zeedieren…, ziet men zeevissers met hun volle gewicht bovenop de wezens staan die ze net vanuit het diepe op hun dek hebben uitgestort. Dikwijls overstemde Gaia’s Krakelingenkrakeel voor een handvol visjes de ecologische rampeffecten van de visindustrie. En dat was lichtjaren ver buiten proportie. Te meer daar ook Gaia onder haar aanhang honderden kattenbezitters telt die hun troetels blikvoer voorschotelen waarin de stoffelijke resten van tonijn, sprot, forel of zalm - ‘Het visfestijn voor elke kat’ prediken de reclames -verwerkt zitten...

Voor een boekenreeks omtrent Belgen en beesten verkeerde ik tijdens de beginjaren van Gaia onder koeboeren, vinkeniers, duivenmelkers, veemarktvolk, inrichters van dierenwedstrijden, etc. Overal heerste paranoia inzake Gaia. Het stempel sekte en fundamentalisten klonk allerwegen. Voor veearts Karel Van Noppen moet u blijven kaarsen branden. Aan zijn dood in 1995 én de speurders die zijn moordenaars oppakten (afschrikking!) heeft u volgens mij te danken dat u niks fataals is overkomen.

België telt op dit ogenblik nog tienduizenden Gerards en het zal nog lang duren voor het gros van deze geesten qua dierenwelzijn is gesaneerd. Door de intimiderende acties van Gaia kregen zulke mensen vaak niet de tijd die nodig was om nog maar te beseffen dat ze ‘verkeerd’ bezig waren. U zat er meteen bovenop! De geviseerden voelden zich in de eerste plaats in hun identiteit bedreigd, vreesden op korte termijn voor hun broodwinning. En katten in het nauw maken rare sprongen.

Ik zie Gaia het liefst als een medicament in het genezingsproces waarbij de mens zijn dominante verhouding met andere dieren moet leren afbouwen. Uitdagen en op de spits drijven zal de zaak zelden structureel versneld verbeteren, educatie en wetsvoorstellen dragen grotere prioriteit. Ik heb in 1986 nog de laatste rattenschieting van Zaffelare meegemaakt, ze is het jaar nadien zonder Gaia-invasie afgeschaft. De markten voor levend vee - vroeger in bijna alle middelgrote dorpen, later verhuisd naar een handvol overdekte veemarkten - zitten sinds 1960 in hun terminale fase -,  de zoo’s gaan zich tot dierenrefugia met grotere buitenruimtes en bassins ombouwen (u geeft dat in uw boek ook toe). Zo’n omwentelingen vragen decennia, zoniet eeuwen. De eerste vegetariërs roerden zich al in de oudheid. Een Engelse monnik werd in 1159 doodgeslagen omdat hij een opgejaagd everzwijn tegen jagers had beschermd. Omtrent 1860 zette men de eerste vraagtekens rond vivisectie. Geesten moeten herbronnen, sommige beroepen herscholen, politici hun kans ruiken, alternatieven worden uitgevonden (en uitgetest) en nieuwe generaties worden geboren.

Dan nog zijn het vaak technische innovaties die zaken versnellen, denk aan het verdwijnen van de toentertijd al fel door dierenbeschermers gecontesteerde mijnpaarden en trekhonden, of het labeur dat door miljoenen leger-, boeren- en koetspaarden gebeurde. Niet dat ik al uw straattoneel afkeur, het leek alleen te vaak op misplaatste hemelbestorming. En het was vaak té categorisch, te zwart-wit in de eisen. Zo was het onnodig om alle veehandelaars (een risicoberoep heb ik ervaren; op de veemarkt van Ciney ben ik bijna zelf door een ‘pink’ - een éénjarig rund - geplet) als dierenbeul te stigmatiseren.

Ik ken ze ook, die Charels met hun kletsstokjes, vaak zijn het folkloristische sloebers, even vaak gehaaide dertigers die inderdaad - binnen het blikveld van mezenbollen kopende stedelingen - door hun beroepsgewoontes moreel zijn afgebot. Hier passen geen prestigeprocessen tegen individuen maar jaren van bijscholing, heldere research, afspraken met beroepsorganisaties (zonder ze op voorhand de berm in te rijden) én een overheid die kordaat is waar het moet.

Uw hoogtepunt als activist was Waregem Koerse 1994. Met een paardentrailer ongemerkt tot vlak voor de ingang van de renbaan rijden, klep open, rouwkapel uitvouwen en ongrijpbaar bovenop de kap met je trompet de Last Post blazen. Grandioos. Maar het mag ook gezegd dat de hoogbejaarde baron Casier, chef van de Koerse, een even groots nummer opvoerde door als een gentleman met Gaia een deal te sluiten (had de Zoo van Zwartberg dezelfde tactiek gevolgd dan bestond ze mogelijk nog: als opvangcentrum voor exotische dieren). Volgens u koos de baron gewoon eieren voor zijn geld omdat Gaia ‘de machtsverhoudingen’ had omgekeerd. ’t Is maar door wie zijn bril men het bekijkt… Tijdens diezelfde Koerse in 1994 schoten uw handlangers onnodig vuurpijlen af vanachter de bosjes. De fotograaf die mij vergezelde (security-lui zaten mij elders op de hielen omdat ze dachten dat ik een Gaia-infiltrant was!) zag  hoe de renpaarden daarvan schrokken. U was verbijsterd dat te horen en wilde mij absoluut niet geloven.

Enkele dagen daarvoor, tijdens een varkenskoers te Jabbeke, ben ik op de openbare weg in het geniep geschaduwd én gefilmd door een van uw undercover militanten. Ik kreeg het in de smiezen en liep hem klem. Tot mijn afgrijzen kreeg ik te horen dat ik ook bij de gansrijders van Antwerpen Rechteroever  - waar ik was voor een van mijn boeken - in de gaten was gehouden! U heeft toen, rug tegen de muur, excuses aangeboden (zijn de filmbeelden gewist?), al heb ik dat staaltje Gaia Is Watching You goed onthouden. Als ik lees dat jullie twintig, dertig ‘waarnemers’ op de winterjaarmarkt van Sint-Lievens-Houtem afsturen (ik was daar op 12 november 2004 ook; ben ik weer gefilmd?), dan ben ik nog minder geneigd om de privacy-vonnissen van de rechtbanken van Brussel en Dinant luchthartig af te wijzen.  

Natuurlijk was op de beruchte beelden van de veemarkten in Ciney en Anderlecht oliedom geweld tegen runderen te zien, zij het gemixt met fragmenten die niks met geweld en alles met onverschilligheid te maken hadden, zoals het (verboden) aanvoeren van kreupele of door ontstekingen en huidaandoeningen geplaagde dieren.

Dergelijke “schokkende wreedheden” zijn niet uniek voor België. Rond de Middellandse Zee gaat het er op veemarkten en in slachthuizen nog stukken ‘dierenbeuliger’ aan toe. Of om u te parafraseren: “Je moet al naiëf, slecht geïnformeerd of te kwader trouw zijn om te beweren” dat deze mondiale mentaliteit met een handvol Belgische processen kan worden verholpen. Met in het geheim gedraaide en op zijn voordeligst gemonteerde beelden kan men iedere dierenstiel, ieder land tot hel der dieren declameren. Uiteindelijk zullen slechts duidelijke en harde regelgeving in combinatie met gemotiveerde en goed opgeleide ambtenaren en politiemensen de meeste excessen op Europese schaal onder controle krijgen. En dat gaat niet van vandaag op morgen.

Dat een geduldige aanpak werkt bewijst de landelijke geschiedenis van het natuurbehoud. In 1950 - rijkelijk lang nà het ontstaan van de eerste Belgische dierenbeschermingsvereniging - had België nog geen vierkante meter officieel natuurreservaat. Tot in de jaren zeventig werd vrolijk verkaveld, gestort, geloosd, gekapt, ontwaterd, ontgonnen. De ene na de andere beek werd voor tientallen miljoenen franken gebetonneerd en rechtgetrokken. Nog in 1970, het Europees Jaar van de Natuurbescherming, telde België meer verenigingen van vogelvangers en -kwekers dan natuurverenigingen. De sector natuurbehoud verkommerde decennialang in de onderste schuif van het Ministerie van… Landbouw.  In niet één politiepost of administratie werkte een bioloog. Tegen de millennium wende was een enorme achterstand goedgemaakt. In de natuurdiensten van de overheid struikelt men tegenwoordig over de biologen; kreeg het door fusie ontstane Natuurpunt mede dank zij haar doorzichtige, democratische en regionaal uitgebouwde structuur mooie aankoopsubsidies en brede aanhang (64.000 betalende leden anno 2006).

Hoog tijd dat diegenen die in België voor dierenwelzijn ijveren nu eens en voorgoed één blok gaan vormen in plaats van elk hun eigen dierenrijkje af te schermen. En misschien kan Vogelbescherming Vlaanderen zich daar zoals in de politiek in kartel bij aansluiten. Vogelbescherming werkt overigens al jàren vruchtbaar samen met de politie. Heb meer geduld - zie de primeur van een dierenpolitie te Sint-Truiden (op internet promoten ze uw boek!), de eerste schepenen voor dierenwelzijn of de embryonale federale Dienst Dierenwelzijn bij Volksgezondheid (nu mét eigen meldpunt: dierenwelzijn@health.fgov.be).  

Beste Michel, emotioneel is Gaia uw kind en oogappel. “Nog altijd slaap ik onrustig de nacht voor Waregem Koerse, de hemel smekend dat alle paarden het er heelhuids van afbrengen,” schrijft u in ‘De dierencrisis’. Dan schud ik met het hoofd en durf niet te verzinnen waarom. U bent een vakkundig activist, een glansrijk debater en een geslepen volksmenner. Ik stond sinds de blitzstart van Gaia herhaald paf hoe makkelijk de media, een keur van BV’s en het publiek in uw opwinding meegingen, meedraaiden in uw afgebakende scenario’s van ‘de goeden tegen de slechten’, alle nuances als in een windtunnel omver blazend. Ook al waren de ‘mijlpalen’ die u claimde vaak niet groter dan een paar zandkorrels op het strand in De Panne. Terwijl Gaia de koerspaarden van Sint-Eloois-Winkel tot het epicentrum van het wereldleed bombardeerde en zowaar de Minister van Binnenlandse Zaken (Tobback!) voor zijn sulky spande, werden in Australië en Nieuw-Zeeland jaarlijks duizenden zwerfpaarden afgeschoten en dankten Europese ‘paardenliefhebbers’ en maneges dagelijks rijpaarden af omdat ze te oud en versleten, dus niet meer winstgevend genoeg waren. Wat inhield dat deze trouwe knollen in het slachthuis alsnog stank voor dank kregen...

Volks in de buik en intellectueel in de bovenkamer, maar een origineel filosoof  bent u niet, alles wat u opinieert is geleend. Samen met Ann en uw personeel heeft u van Gaia een semi-K.M.O. gemaakt, handelend in ethiek en het brandmerken van dierenleed. U bent het soort mens dat Gaia gaat orchestreren tot hij erbij neervalt.

Hopelijk breekt dat Gaia vroeg of laat niet zuur op. Een ex-medewerker klaagde en public over “de dictatoriale manier van werken van de Gaia-directie” (en laten we een kat een kat noemen: dat zijn u, uw vriendin en uw ex-vriendin). In uw uitgedunde ‘Raad van Beheer’ - zelfs dààr hoor ik ‘bedenkingen’ - zitten geen mensen die ik u tegen de haren zie instrijken. Alle verenigingen met een dominerende leidersfiguur zijn na een half mensenleven een gevaar voor zichzelf.

Noch ik noch zo ik mag aannemen iemand van de circa 20 werknemers die bij Gaia zijn weggegaan of de laan zijn uitgestuurd wensen de ondergang van de organisatie. Wel moeten de operationele top en democratische beslissingsmacht binnen Gaia dringend verbreden en een aantal dogma’s  - waaronder het geloof in de vegetarische heilstaat - opzij worden gezet. U mag het eten van hesp of biefstuk aanvoelen “als een soort kannibalisme” en daarom uw “eigen  boycotactie” huldigen (doet slechts 2 procent van de Belgen), maar als soortement partijlijn binnen een brede dierenbeschermingsbeweging vind ik zo’n stelling op den langen duur contraproductief, dus geen zaligmakend “pida” (“pragmatisch idealistisch dierenactivisme”) zoals u dat in uw boek aanprijst. Ik hield in 1994 een pleidooi (in ‘Moeder Natuur naakt!’, zie Boeken) voor ‘biefstukreservaten’, een potentiële kruisbestuiving tussen veebelangen en natuurbehoud (voor de praktijk; www.veeakker.be). Mensen kwamen mij achteraf vertellen dat zij daardoor, met een rein geweten, van hun vegetarisme waren afgestapt. U wuift zulke pistes hooghartig van de hand. Intussen zijn Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten in Nederland de grootste veehouders van het land! Gaia weigert echter mordicus om haar gewicht achter dergelijke ontwikkelingen te scharen, vervuld en verblind als zij is van de lichtkransen die haar geromantiseerde dierenplaneet uitstraalt.

Volgens u heeft “de overheid” wel de “elementaire plicht om de overleving” van de ”betere veehouderij ten nadele van de slecht(st)e systemen” te steunen. Volgens mij moet ook Gaia die plicht niet ontlopen en beginnen met het toelaten van reclame voor ‘natuurvlees’ of scharreleieren in het ledenblad ‘Vrijdier’. U hoeft dit echt niet als een fragmentatiebom onder uw idealen te zien. Ik geef u trouwens onmiddellijk mijn morele steun de dag dat u met een (sensibiliserende) campagne tegen het eten van lams- en kalfsvlees begint. Dat de bio-industrie een heilloos pad is opgegaan, daar zijn intussen zelfs steeds meer veehouders het mee eens. Maar veel Gaia-leden weten niet dat Gaia fanatieker tegen élke vorm van veehouderij gekant is dan het gros van haar zusterorganisaties. In Nederland steunen zowel de  Dierenbescherming (‘Vlees uit de bio-industrie deugt van geen kant. U kunt beter scharrelvlees eten’, advertentie 1997), de Partij voor de Dieren als de bovenal op de bio-industrie gebeten stichtingen Varkens in Nood en Wakker Dier (www.wakkerdier.nl) met woord en daad een ‘diervriendelijker vlees- en eierconsumptie’ (actie Adopteer een Kip), hoewel ook zij de piste van het vegetarisme aanmoedigen. Zelfs de organisatie Compassion In World Farming (www.ciwf.org) die sinds 1967 de uitwassen van de industriële veeteelt bestrijdt, propageert de meer diervriendelijke biologische veehouderij. En dat lijkt mij verstandig op een continent waar het eten van vlees niet direct bij wet zal worden verboden, er voor vleeseters (een Belg eet rond de 95 kilo vlees per hoofd per jaar) dus alternatieven van ‘diervriendelijk’ vlees - wat in uw ogen allicht een contradictio in terminis is - voorhanden moeten zijn.

Gaia ziet het als een bewijs van haar geslaagde druk op de ketel dat de boerenorganisaties met haar een gesprek willen aanknopen. Maar in de veehouderij voelt men ook dat onderhandelen met Gaia iets weg heeft van flirten met de strop. Want een dierenrechtenorganisatie als Gaia wenst wel degelijk alle (intensieve) veeteelt naar de economische verdoemenis. Voorzitter Noël Devisch van de Boerenbond daaromtrent: “Allez, als ik Gaia volg, mag ik koeien niet van hun melk beroven. Ik mag zelfs geen dier slachten om een mens te redden die doodgaat van de honger; (…) Dat zijn excessen die niet te veel mogen uitbreiden.” (Humo, 21-3-2000). Goed, ’t zijn zeker geen tenoren uit de agro-business die anderen van ‘excessen’ moeten betichten, maar in de grond valt voor de wrevel onder de zich geviseerd en bedreigd voelende veefokkers enig begrip op te brengen.

Zomer 2006 nam een journalist u en uw vriendin voor een potje ‘koe knuffelen’ mee naar www.agrarischcultuurgoed.nl. in de buurt van Utrecht. Tot ‘grote verbazing’ van de journalist stond u ‘eerder sceptisch’ tegenover dit initiatief omdat de koeien niet tot aan het einde van hun dagen in leven werden gehouden. “Weet  je, in een perfecte wereld is er voor mij helemaal geen sprake van exploitatie van dieren…” liet u toen optekenen (Karaat, september 2006). Ik weet ook wel dat de ‘perfecte wereld’ subliem verkoopt maar diegenen die ze nastreefden gingen meer dan eens uit de bocht... 

Dierenbeschermers zijn dikwijls geneigd om bij gevallen van dierenmishandeling of (vermeend) onrecht jegens (huis)dieren alle proporties uit het oog te verliezen. Ook Gaia vergeet vaak haar cool, baddert rond in een karikatuur. Ooit ging een Gaia-militante op een dierenmarkt klagen over een ‘mishandeld’ kalfje: het beestje lag gewoon vredig te slapen.

Een mooie demonstratie van dit dierensentimentalisme viel te beleven toen bijna 60.000 handtekeningen op een website (stand 22 augustus 2005) protesteerden tegen de door het gerecht bevolen teruggave van 12 honden en 4 katten aan de eigengereide boer waar ze (door het dierenasiel van Sint-Truiden) wegens verwaarlozing in beslag waren genomen. Dat kwam neer op meer dan 3700 verontwaardigde mensen per dier, waaronder circa 5 à 10 % uit Nederland. De beelden in de televisiejournaals van hondjes met lange, ongeschoren en vervuilde vachten hadden hun uitwerking niet gemist. Zelfde zomer klonk het traditionele gelamenteer over gedumpte ‘vakantiedieren’.

Daarbij vergeten dierenliefhebbers al te vaak dat het gros van de westerse katten en honden een prinsenleven leiden. In Nederland is 40 procent van de honden en katten te dik. Ziektekosten en schade worden met de smile betaald en vergeven. Veel huisdierenhouders zijn halve slaven van hun viervoeters. ‘Poes ziek: weg vakantie’ - een krantenkop van 2006 – ging over mensen die hun vakantie annuleerden omdat hun huisdier ernstig ziek was. Of pas was gestorven. Ook niet te vergeten: het vakantiesucces van dierenpensions en -hotels.

Mensen die ijveren voor het welzijn van huisdieren zouden in hun emotionaliteit nooit over het hoofd mogen zien dat de circa 1 miljoen honden en 1,6 miljoen katten die in België leven bijna stuk voor stuk beter af zijn dan tientallen miljoenen mensen in de krotten van de derde wereld. Ook het aantal dieren dat in de asielen terechtkomt valt alles wel beschouwd reuze mee. In 2003 belandden 36.645 honden en 26.986 katten in de 78 Belgische asielen (zie ‘De dierencrisis’ blz. 259), wat neerkwam op 63.631 honden en katten ofte wel 2,45 procent op 2.600.000 huisdieren. Een prachtscore!

Van de honden werden er bovendien 11.848 teruggegeven aan de eigenaar (waren dus gewoon verdwaald of weggelopen; niks dierenmishandeling) en geraakten er 18.273 geplaatst! Toch spreekt u van de 5835 honden die in een asiel een spuitje kregen (0,58 procent) over een ‘niet bepaald geruststellende toestand’. Ik vind dat voor het hondenrijk een onwaarschijnlijk geruststellende toestand als men dit cijfer tegen 1 miljoen in redelijke luxe badende honden afzet. Vooral als men bedenkt dat in België 700.000 mensen in armoede leven (één op de acht Belgische kinderen groeit op in een kansarm gezin!), per jaar een paar 10.000 kinderen geweld wordt aangedaan en de vluchthuizen voor (mishandelde) vrouwen in 2005 overvol zaten (8000 vrouwen, 2600 geweigerd wegens ‘volzet’). Wat dierenbeschermers ook mogen beweren, het gaat historisch goed met de katten en honden in westerse landen.  

Reeds in uw vorige boek schreef u in 1996 als opdracht: “Jan, zijn we het niet over alles eens, van jouw boeken heb ik wel al heel wat opgestoken! Voor een bondgenoot in de strijd.” Michel, toen u uw statement “Ik hou niet van dieren” lanceerde, hoorde ik voor het eerst een Belgische geestesverwant, maar recycleer mensen niet tot onderhorigen van uw “strijd”. Noch in de dierencrisis noch in het natuurbehoud moeten wij de liefde als voornaamste leidraad kiezen. Even zinloos is het streven naar een ingebeelde Ideale Wereld. Moeder Natuur is noch rechtvaardig noch vegetariër, toch vinden de mensen haar zo schitterend dat zij er iets goddelijks en supervolmaakt achter zoeken.

Is het sinds 1992 actieve Gaia een succes? Afgemeten aan de maatschappelijke respons, de bijna zes kilo krantenknipsels in mijn archief, het vlotte tijdschrift, de website, het carnaval in Aalst, een knarsetandend oppositieblok (www.brok.be), de sinds 2003 aan de slag zijnde concurrentie (www.biteback.be), de vele dossiers en campagnes, het ledental, enkele verbeterde wetgevingen (waaronder die voor de dierentuinen en het bezit van exotische dieren), uw twee boeken en de naaktkalender van een poos geleden: ja.

Een paar keer heb ik gemerkt dat u de verdiensten van anderen durft onder te sneeuwen. Zelfs de in 2006 overleden Roger Arnhem, een leidsman met staat van dienst binnen Veeweyde en Vogelbescherming, zei in de nasleep van het opdoeken van de lamentabele Zoo van Zwartberg: “Dat juist Gaia onze werking en bedoelingen in twijfel trekt, vind ik spijtig. Het mes in onze rug komt hard aan.”

Uw opeising dat België er zonder Gaia “vandaag wreder” zou uitzien, mogen we voor een deel tot uw koopmanspraat rekenen. Sinds de start van Gaia bleef het aantal proefdieren gelijk of nam toe, foie gras en fokbont bleven in de rekken, de veetransporten denderden door en het vleesverbruik steeg (bijna 99 procent van de gezinnen koopt nog steeds vlees) zodra de voedselcrisissen achter de rug waren. Bovendien nam in België het aantal bioboeren af en kwam er vlak over de Nederlandse grens zowaar een ‘Gaia Park’, een zoveelste nieuwe dierentuin bij. Ik zeg dat niet als verwijt of om te jennen maar om het vermoeden te versterken dat de wijze waarop mensen met andere wezens (willen) omspringen niet met een simpele hocus-pocus of een schoon ideaal genre “meedogende empathie is onze natuurlijke morele rijkdom” zal te veranderen zijn; en al helemaal niet wanneer er belangen mee gemoeid zijn. In Vlaanderen is de heksenjacht tegen de muskusrat bij mijn weten zelfs nog niet door Gaia in vraag gesteld, ook al stapelen de wetenschappelijke aanwijzingen zich op dat de klemmen, fuiken en vergiftigde lokazen averechts werken, want alleen maar méér (jonge en supervruchtbare) muskusratten voortbrengen.

Niets is rijker aan tegenstrijdigheid dan de beestenbesognes van de mens. Ook ik geloof in positieve ontwikkelingen maar niet op de schaal en aan de snelheid die Gaia zich voorstelt (of in de beginjaren had voorgesteld; in uw boek neemt u hier en daar wat gas terug). Het absolute dierenparadijs is  - al van lang voor de mensheid - niet van deze aarde.

Een kegelclub als Gaia heeft recht van bestaan, al wacht een metamorfose naar minder radicale geloofsovertuigingen. De “voorbeeldfunctie van dierenadvocaten”  is relevant, want andere dieren zijn vaak niet meer dan productiemiddelen, lustobjecten of uit te roeien vijanden. Maar laat die advocaten nu eindelijk één groot nest bouwen waar alle gezindten binnen de dierenbescherming evenwichtig in aan bod komen. 

Gaia verzinnebeeldt een verse loot aan ons rechtvaardigheidsgevoel. U schrijft: “De ziel van mijn engagement toont zich in de pijn wanneer een leven dat zich niet kan verweren, geschaad en geroofd wordt, ook het leven van een varken of kip.” Ik heb nooit getwijfeld aan de oprechtheid van uw engagement maar stop met uzelf Messiaanse allures aan te meten. Zelfs in het slot van uw nieuwe boek laat u andermaal uitschijnen tot een moreel verheven ras te behoren, schavend aan de beschaving, voor de dieren én de mensen, “al is het vooralsnog een minderheid die dat inziet”. Wel, ik vrees dat er ook zaken zijn die u (nog) niet inziet. Voor de rest, veel succes.

U toegenegen,

© Jan Desmet


naar boven


Naschrift

Het liet zich raden. Michel Vandenbosch was na de publicatie van een deel van de bovenstaande alinea’s in zijn wiek geschoten. Ook al was hem reeds in de week daarvoor (De Standaard 25-26 juni 2005) de kans geboden om zich over twee volle pagina’s te verschonen (kop: ‘Wie groot is, krijgt klappen’). 

En zo verscheen als zoveelste episode in het Gaia-leven der dieren op 14 juli zijn ‘lik op stuk’ in de krant. Kop: ‘Gaia zet door’. Aan het eind maakte hij de borst nat: “Gaia zet door met een team van mensen die uit het goede hout gesneden zijn.” Ik dacht spontaan: en wie zal de houtsoort bepalen? De jaarlijkse verkiezing van Miss Waregem Koerse verloopt democratischer...

Mijn analyse uit de open brief veegde hij in westernstijl van tafel als zijnde “een verzameling zure oprispingen, onverstandige persoonlijke verwijten en opgeblazen akkefietjes.” In één moeite kreeg ik - waarvoor dank - “een dikke buis voor historische kritiek.” Hij verweet mij een “passieve, vaak cynische en negatieve instelling”, aangevuld met het obligate “betweterig stuurman aan wal”, waarna het hoge woord: “Niemand hoeft mij de les te lezen…”.

Het lijdt geen twijfel dat journalisten en mediafiguren die sympathiseren met Gaia deze organisatie graag een platform bieden. De meeste schrijvers van hoofdartikelen, van De Morgen tot De Standaard en Het Laatste Nieuws, schaarden zich in de loop der jaren vierkant achter sommige Gaia acties, ook al barsten hun weekendbijlagen met Kerst nog altijd van de vlees-, vis-, schaaldier- en wildrecepten.

Het Laatste Nieuws (‘Bedelaartje vangt bot bij Gaia’, kop boven foto van 12 augustus 1998; zie illustratie) en Humo (liet de veehandelaars van Ciney en Anderlecht aan het

woord) durfden zich al eens tegendraads op te stellen. De Morgen liet ex-werknemers van Gaia een boekje open doen (kop: ‘Gaia-personeel zou als een hond behandeld worden’, 13 juni 2005) maar een weekblad als Dag Allemaal (familieblad met de grootste oplage in Vlaanderen) steunt Gaia door dik en dun, tot en met een ‘openhartig interview’ waarin het ‘Gaia-boegbeeld’ en zijn vriendin Sandra hun lief en leed mogen uitstorten (kop VDB op cit.: ‘Ik wil nog geen kinderen. Mijn werk zou eronder lijden’, 30 mei 2006).

Op mijn opiniestuk in De Standaard kwam de vraag van het weekblad P-magazine om Vandenbosch en mij voor een rondetafelgesprek uit te nodigen. Als volleerd alfa-mannetje trachtte VDB de situatie naar zijn hand te zetten. Hij is overigens zonder vader opgevoed en beweert daar zelf ‘hoegenaamd geen last van gehad’ te hebben.

Uiteindelijk verliep het debat in een Marokkaans theehuis op een honderdtal meter van het ex-Gaia-secretariaat in Schaarbeek. Het waren geanimeerde uren waarbij VDB drie tot vier keer in kolere recht veerde en het pand dreigde te verlaten. Journalist Han Zinzen diende al zijn diplomatie uit de kast te halen. Over een aantal zaken waaronder de publieke klachten van zijn ex-personeel weigerde VDB het gesprek aan te gaan. Hij verzekerde na afloop dat hij nooit meer met mij wilde praten. Nadien werd door Gaia nog grondig op het uitgetikte (twist)gesprek ingegrepen. Het resultaat in de P-magazine van 2 augustus 2005 benaderde een match nul. Het gesprek eindigde als volgt:


VANDENBOSCH: “Ik ben gedreven, maar niet blind. We kunnen niet alles overal tegelijk aanpakken. Ik trek mij het lot van drie, honderd of een miljoen bedreigde dierenlevens aan. Jouw probleem is dat je geen empathie voelt.”

DESMET: “Dat is jouw interpretatie van het feit dat ik voorzichtiger en minder fanatiek ben. Terloops, ik ben rond mijn 12de uit de sportvisserij gestapt en dat had àlles met empathie te maken!”


Ik had Vandenbosch ook kunnen herinneren aan zijn recensie uit 1991 van ‘Klein Belgisch Bestiarium’ (zie Boeken) waarvan hij schreef dat het ‘juweeltjes’ en ‘beklijvende stukjes’ waren ‘die in je hoofd blijven nazinderen’.

Ook het stuk in P-magazine bleef kennelijk bij Gaia nazinderen want in een ‘lezersbrief’ de week nadien (16 augustus 2005) werd mij door ene Rita Blank van alles naar het hoofd geslingerd. Ze had zich ‘enorm’ geërgerd  ‘aan warmwateruitvinder Jan Desmet, die denkt dat hij dé dierenvriend is omdat hij twee boeken over dieren heeft geschreven.’ Wat ik in het interview had gezegd vond ze ‘flauwekul’: “Gelukkig dat Michel Vandenbosch veel zinnigs te vertellen had. Bij deze wens ik hem proficiat met zijn superinteressante boek De Dierencrisis. Zoiets werd in België volgens mij nog nooit geschreven: een aanrader!”

Ook bij deze was het logisch dat ik de identiteit van de briefschrijfster - die voorwendde dat zij Vandenbosch van haar noch pluim kende - natrok. Na wat gesnuffel in mijn archief stuurde ik een kort recht van antwoord naar P-magazine dat netjes als ‘Reactie Jan Desmet’ (16 augustus 2005) in de rubriek lezersbrieven werd afgedrukt:

In P-magazine nr. 32 ontpopt de Antwerpse briefschrijfster Rita Blank zich als schildknaap van Gaia-voorman Michel Vandenbosch (waarmee Jan Desmet in P-magazine nr. 31 in de clinch ging, red.). Het is niet de eerste keer. Toeval? In een lezersbrief in Humo (19 juli 2005) stond: “Mevrouw Blank werkt niet bij Gaia, maar ze is wel een vriendin van de directiesecretaresse, en dus niet objectief”. In zijn boek dankt Vandenbosch zijn ‘goede vriendin’ Rita Blank voor haar fijne kost. De directiesecretaresse van Gaia heet Sandra Int Panis en is de levensgezellin van Vandenbosch. In de pers verscheen reeds een Gaia-steunbrief van ene ‘Laurent Int Panis, Antwerpen’ (Dag Allemaal, 21 juni 2005). Allemaal toeval?”

Na een korte rechtzetting omtrent mijn boeken rondde ik af met: “Terloops, ik voel mij géén ‘dierenvriend’, bezit kat, noch hond, noch paard. In mijn ‘dierenboeken’ wil ik de raadsels van de dierenliefde doorgronden. Juist daarom hou ik (de strategieën van) Gaia kritisch tegen het licht. Zeker nu deze organisatie enkele van haar eigen ex-werknemers voor het gerecht wil slepen. Alle revoluties (in Gaia’s geval voor de dierenrechten) die hun eigen kinderen beginnen op te vreten, verdienen gezonde argwaan.”

Het getuigt niet van groot fatsoen om familie of vrienden voor het ophemelen of verdedigen van de eigen verdiensten te laten opdraven, zeker als zulke mensen zich als ‘lezers’ in een publiek debat mengen. Wie de media bespeelt doet dat liefst met open vizier. Daarom zou het nuttig zijn dat alle actievoerders en direct betrokkenen bij de werking van Gaia in hun brieven aan de pers openlijk voor hun positie zouden uitkomen. Nu wordt al te vaak de indruk gewekt dat het gaat om gewone burgers die even hun hart/mening luchten. Zowel Rita Blank als Laurent Int Panis zijn propagandisten uit de voorlinie van Gaia die dat zelden in hun brieven of naast hun signatuur aangeven.

Hun oeuvre is rijk. Een ex-miss België showt bont voor een pelshandel, hop een ‘lezersbrief’ van Rita én Laurent (1999), een vosje in het circus, hop een brief van Rita (2001), de visjesdrinkers van Geraardsbergen halen juridisch hun slag thuis, hop een brief (‘Moedig Gaia’) van Rita (2003), een minister aarzelt in zijn houding tegenover wilde dieren in circussen, hop twee ‘lezersbrieven’ van Gaia-prins Laurent (2004), de bonthandel doet weerspannig, hop nog een brief van Laurent (2004). Het is maar een greep van wat ik lukraak opdiepte.

Als het op beïnvloeding van de publieke opinie aankomt trekt Gaia alle registers open. Toen de organisatie zomer 2005 in Humo en de kranten wekenlang lastige brieven van zwaar ontgoochelde ex-medewerkers te verwerken kreeg, kropen Rita  (kop: ‘Ik geloof er niks van’) en Laurent uiteraard als trouwe vendelzwaaiers in hun pen. “Als Gaia hier beschadigd uit komt, zullen de dieren het eerste slachtoffer zijn,” schreef Int Panis juni 2005 naar verschillende media, afrondend met: “Zelf blijf ik deze organisatie dan ook voluit steunen.”

Een verborgen camera in het secretariaat van Gaia, benieuwd wat dat zou tonen… Het Noord-Korea van de dierenrechten?


(© Jan Desmet, 2005-2006)


naar boven

home site Jan Desmet